Risicovol gedrag wordt slecht begrepen en vaak scherp veroordeeld. Maar heeft het ook voordelen? Een serie van drie portretten van mensen die ongewone risico’s nemen. Deel 1: de off-piste skiër.
[Dit artikel verscheen in de VPRO gids van zaterdag 8 augustus 2016]
De meeste lawines zijn ijzig stil. Ze maken geen denderend geluid, geen diep gerommel. Alleen wie goed oplet, hoort vlak voordat de sneeuw begint te schuiven het zogenaamde ‘whoem-geluid’: de onheilspellende zucht van een zwakke sneeuwlaag die wordt samengeperst. Maar als de lawine naar beneden komt, is het stil.
Michiel Engelsman kent het whoem-geluid. Hij skiet al zijn hele leven, het liefst buiten de piste. Op zijn negentiende verhuisde hij naar Zwitserland om elke dag in de bergen te kunnen zijn. Als een van de weinige Nederlanders volgde hij de driejarige opleiding tot berg- en skigids. Hij leerde alles over breuklijnen, verschillende soorten sneeuw, en de effecten van weer, wind, sneeuwdruk en de hellingshoek. Hij doet er alles aan om tijdens zijn tochten het risico zo klein mogelijk te maken. Maar hij weet dat er elke keer dat hij de gebaande paden verlaat, zelfs met de zorgvuldigste voorbereiding, toch altijd iets mis kan gaan.
Zoals die keer op de Kebnekaise, de hoogste berg van Zweden, prachtig, ruig en koud gebied op zo’n honderdvijftig kilometer boven de poolcirkel, ver van de bewoonde wereld. Michiel gidste er een groep fanatieke off-piste skiërs. Hij had met twee andere gidsen de sneeuwlagen bestudeerd en besloten dat het veilig genoeg was om te vertrekken. Met stijgvellen onder hun ski’s waren ze de berg op geklommen. Alles ging goed. Tot Michiel het whoem-geluid hoorde.
Het kleine beetje extra druk dat de groep op het sneeuwoppervlak had gezet, was de druppel geweest. In een fractie van een seconde kwam een plak sneeuw en ijs van honderden meters lang en zo’n honderd meter breed in beweging. Michiel kon nog net naar achteren springen. De groep keek naar het geruisloze natuurgeweld dat zich voor hun ogen afspeelde. Het had niets gescheeld of ze hadden er zelf ingezeten. Dan waren ze reddeloos verloren geweest.
Flow
Als er ergens buiten de piste een ski-ongeval gebeurt, zijn de negatieve reacties niet van de lucht. Meteen al na de eerste nieuwsberichten spuwen reaguurders hun gal. Ze maken de overledenen uit voor stuntende gekken en voor onverantwoorde thrillseekers. Wat doen ze daar buiten de piste? Ze brengen reddingswerkers in gevaar!
Michiel Engelsman snapt zulke reacties niet. ‘Van een berg af skiën is toch niet crimineel? Je neemt een risico, dat wel, maar dat is toch je eigen keus? Het lijkt wel alsof mensen vinden dat je het verdient om te sterven, omdat je die sport beoefent. Daar word ik zo boos en verdrietig van.’
Waarom krijgen wielrenners of automobilisten die een ongeluk krijgen medeleven en extreme sporters niet? Die vraag fascineert psycholoog Eric Brymer. Hij onderzoekt de motivatie van beoefenaars van extreme sporten, sporten waarbij een klein foutje grote gevolgen kan hebben, zoals off-piste skiën, basejumpen en kitesurfen. Hij ergert zich aan de clichés dat de sporters een doodswens zouden hebben of adrenalinejunkies zouden zijn. Op basis van zijn onderzoek komt Brymer tot een andere conclusie. Deze sporters hebben geen doodswens, ze willen juist heel intens voelen dat ze leven. Zodra ze buiten de gebaande paden treden en er werkelijk iets op het spel staat, raken ze super gefocust: al hun zintuigen staan op scherp, de tijd vertraagt. Brymer: ‘Het gaat hen niet om het gevaar, niet om een adrenalinerush – die komt trouwens vaak pas na de actie. Waar ze naar op zoek zijn, is het gevoel van flow, de intensiteit van de ervaring, de verhoogde staat van bewustzijn als ze van de berg af skiën of aan hun kite hangen.’
‘Flow’ is een beroemd geworden begrip uit de psychologie, dankzij de psycholoog Mihaly Csikszentmihalyi, die het uitgebreid onderzocht. Een van de kenmerken van activiteiten die je in een flow brengen, vond Csikszentmihalyi, is dat ze uitdagend genoeg zijn om je volledige aandacht op te eisen, je er net genoeg voor bent uitgerust, waardoor er een volledig beroep wordt gedaan op je kunnen en je helemaal opgaat in wat je doet. Dat evenwicht tussen eigen kunnen en de uitdaging lijken extreme sporters continu op te zoeken.
Restrisico
Voor berggids Michiel Engelsman is off-piste skiën niet zomaar een sport. ‘Het is iets anders dan elke week een balletje slaan op de tennisbaan. Het is een levensstijl.’ Dat snappen veel mensen in zijn ogen niet. Off-piste skiërs zijn buitensporters die continu verlangen naar de bergen. Hun leven draait om de woeste natuur, de uitdaging van de sport en de hechte vriendschappen die boven op de berg ontstaan. Engelsman: ‘Als ik niet in de bergen ben, heb ik altijd een knagend gevoel dat ik eigenlijk daar zou willen zijn.’
Wat critici bovendien vaak over het hoofd zien, zegt psycholoog Eric Brymer, is dat de meeste extreme sporters zich heel erg bewust zijn van de risico’s. Ze kiezen er bewust voor om deze risico’s te lopen, brengen ze minutieus in kaart, en proberen ze tot een minimum te beperken. Nogal een verschil met hoe de doorsnee mens omgaat met de gevaren in het dagelijkse bestaan. ‘Mensen die veel achter hun computer zitten, roken, op de bank hangen en gestrest zijn, doen er doorgaans veel minder aan om de risico’s van hun leefstijl te beperken.’
Als je Michiel vraagt hoeveel vrienden hij heeft verloren in de bergen, moet hij even nadenken. ‘Vier,’ antwoordt hij uiteindelijk. ‘En wel meer bekenden. Het is een klein wereldje.’
Vier vrienden verloren. Hoe verschrikkelijk ook, voor Michiel was het nooit een reden om te stoppen: ‘Ik ben wel altijd heel risicomijdend geweest, juist in de bergen.’ Het is vaak genoeg voorgekomen dat hij urenlang door weer en wind naar boven klom en halverwege besloot om rechtsomkeert te maken. ‘Omkeren en veilig weer thuis komen maakt ook deel uit van de ervaring.’ Maar hoe voorzichtig ook, er is altijd de kans dat hij in een lawine terechtkomt of in een gletsjergleuf valt. Michiel: ‘Je hoopt dat het nooit fout zal gaan. Maar dat restrisico is niet uit te bannen, en dat moet je accepteren. Dat doe ik, en mijn vrouw ook. Net als de vrienden die omkwamen – ze waren zo graag in de bergen dat ze het risico op de koop toe namen. Ik ben verdrietig dat ze overleden zijn en het is verschrikkelijk voor hun familie. Maar tegelijkertijd denk ik: ze deden wat ze het liefst deden. Als ze anderen daarbij niet in gevaar hebben gebracht, hoe kan ik het hen dan kwalijk nemen?’
Zelfvertrouwen
Het valt Engelsman op dat in Zwitserland, waar hij zestien jaar lang woonde, heel anders wordt gereageerd op een ski-ongeval dan in Nederland. In Zwitserland wordt een onderzoek ingesteld en worden er lessen getrokken. In Nederland wijst men daarentegen al snel met de vinger. ‘Het lijkt erop dat mensen hier liever meteen een schuldige aanwijzen. Iedereen heeft meteen een mening klaar, ook als nog nauwelijks duidelijk is wat er precies is gebeurd. Nederlanders vinden het vaak moeilijk om te begrijpen waarom iemand de bergen ingaat en bereid is een risico te nemen. Zwitsers zijn opgegroeid met de bergen en de natuur. Daar hoor je zelden negatieve commentaren.’
Volgens Eric Brymer is het woord risicosporten zelf misleidend. Het leidt af van de risico’s die een zogenaamd normale levensstijl met zich meebrengt. Inactiviteit en stress zijn de oorzaak van veel welvaartsziekten, die vaak ook dodelijk zijn. Veel wetenschappers waarschuwden de afgelopen jaren voor de gezondheidseffecten van onze sedentaire levensstijl, van hart- en vaatziekten tot diabetes. De Wereldgezondheidsorganisatie noemt onvoldoende beweging als belangrijke risicofactor voor dergelijke welvaartsziekten. Extreme sporten daarentegen lijken eerder positieve gezondheidseffecten te hebben. De sporters die Brymer interviewde waren niet alleen fysiek, maar ook mentaal fit. ‘Hun sport gaf hen meer zelfvertrouwen, had een positieve invloed op hun zelfkennis en zelfs op hun relaties.
Michiel heeft inmiddels twee kinderen en woont voor het eerst sinds jaren weer in Nederland. Het was een grote stap om weer zo ver van de bergen te gaan wonen. Maar zijn vrouw kon hier een mooie baan krijgen, dus het was het proberen waard. Hij werkt nog regelmatig als berggids en mist de bergen wel. Maar het kan ook geen kwaad om wat afstand te nemen, zegt hij. ‘Ik ken wat oudere gidsen die er genoeg van kregen om elke dag de bergen in te gaan. Ik zou het heel erg vinden als dat mij zou overkomen. Ik wil de bergen in, omdat ik het leuk vind, niet omdat het moet.’
Dat betekent niet dat hij het iedereen zou aanraden. ‘Ik denk dat alle mensen het nodig hebben om af en toe risico’s te nemen. Maar welke risico’s dat zijn, verschilt per persoon. Voor de een is een potje klaverjassen misschien al genoeg, de ander zoekt een steile sneeuwhelling. Iedereen moet zelf op zoek gaan naar datgene waar hij zich het beste bij voelt.’
Radio doc
Saar Slegers en Marieke Drost maken voor RadioDoc een serie radiodocumentaires over het nemen van risico’s in een risicomijdende samenleving, en de vraag of het mijden van risico’s misschien ook zo zijn risico’s heeft. Via dekennisvannu.nl/risicos zijn de documentaires te beluisteren. Off-piste skiër Michiel Engelsman komt in onderstaande aflevering aan het woord.