“Wacht nog even”, zegt Tom, “ik haal mijn knuppel en dan kunnen we gaan.”
Tom heeft aangeboden me te begeleiden tijdens een wandelindelingetje over de savanne. Ik ben twee dagen aan het bijkomen in het Maasai Simba Camp waar ik mijn eigen hut heb – compleet met strooien dakje – en waar ik per dag drie heerlijke maaltijden krijg voorgezet. Tom is een broer van de eigenaar van het kamp, en, is zoals ongeveer alle mannen in deze regio, Maasaikrijger. En een Maasaikrijger neemt het liefst zijn speer en knuppel mee als hij in de bush op pad gaat. Voor het geval dat hij door een leeuw wordt aangevallen
Tom ziet er niet uit als de doorsnee Maasaikrijger. Hij draagt het liefst moderne kleren en heeft geen uitgelubberde oorlellen. Maar dat betekent niet dat hij niet weet hoe hij een leeuw moet doden. Zoals alle mannen heeft hij na zijn besnijdenis de training gehad om krijger te worden.’Hoe dood ik een leeuw?’ is daarbij een essentieel onderdeel.
Als een leeuw het vee van een Maasai aanvalt, gaan de krijgers er op uit om de leeuw te doden. In groepen van acht tot wel dertig man trekken ze met hun speren en knuppels het bos in. Geen ongevaarlijke bezigheid. Regelmatig raakt er iemand gewond. Soms gaat er iemand dood.
Voor Tom en zijn familie is de strijd met de leeuwen een gevoelige kwestie. Sinds jaren doet de familie pogingen om de wildpopulatie in de omgeving wat op te krikken. Ze leggen bijvoorbeeld waterplaatsen aan waar giraffen, gazelles en zebra’s op af komen. Maar met de herbivoren komen ook de leeuwen dichterbij. En die beperken zich in hun menu niet alleen tot zebra’s. Ze gaan ook achter de koeien en schapen aan.
“Nog maar een paar weken terug is iemand hier in de buurt zestig schapen kwijtgeraakt door de leeuwen”, vertelt Tom, terwijl hij met zijn speer een paar takken aan de kant duwt. “Een fortuin! En de dieren waren niet eens opgegeten. Waarschijnlijk waren de leeuwen hun welpen aan het trainen in de jacht. Dan jagen ze gewoon om het jagen. Mannen uit het dorp zijn achter de leeuwen aangegaan. Ze hebben er een gedood. Maar twee mannen liggen nog in het ziekenhuis.”
We stoppen we even als we een kudde zebra’s zien. Tom leunt op zijn speer. Zijn knuppel, een houten stok met dikke metalen pinnen aan het uiteinde, zwaait hij gedachteloos heen en weer. Die kunnen straks weer ongebruikt de kast in.