En dan lig ik plots op de kraamafdeling van een plattelandskliniek. Ik wilde eigenlijk alleen maar een flesje water tappen en even uitrusten in de schaduw, maar Stephen, de doktersassistent, heeft me verkeerd begrepen en denkt dat ik een dutje wil doen. Hij heeft me daarom rechtstreeks naar een zaal van de kraamafdeling gebracht die nog maar net is opgeleverd. De zaal is nog niet in gebruik genomen, maar de bedden staan al klaar voor de patiënten. Lees verder
Categoriearchief: tekst
En toen viel de stroom uit…
… dus tijd om naar bed te gaan.
Publiek
Ik hoef maar even van mijn fiets te stappen, of er verzamelt zich – op veilige afstand – een groepje toeschouwers. Kinderen, maar vaak ook volwassenen.Ze staan zwijgend te kijken hoe ik mijn waterflessen bijvul, hoe ik op mijn kaart kijk en hoe ik een smsje stuur.
De Nijl over
Heen…
Hoe te vissen
Op Hairy Lemon Island verblijven naast vier man personeel slechts zeven gasten: twee Ierse jongens die willen leren kajakken, een tot over de oren verliefd Oegandees stelletje, een Zuid-Afrikaanse man met zijn dochter en ik.
De Zuid-Afrikaan brengt zijn dagen door met vliegvissen. Met bergschoenen en al loopt hij tot lieshoogte het water in.
En daar staat hij dan, uren aan een stuk. Zijn dochter heeft fotodienst: als vader iets gevangen heeft, moet zij meteen klaarstaan met het toestel, want de vis moet weer levend en wel terug het water in. Lees verder
Geen harige limonade
Lees eventueel eerst wat hieraan vooraf ging in: Condoom cadeau.
Aan de kant van de doorgaande weg in Nazigo staat een roestig bord. De onoplettende kijker zou het zo over het hoofd zien. Op het bord staat een pijl naar het oosten en de tekst:
Hairy Lemon Island
Booking essential Lees verder
Condoom cadeau
Ik stap door het kleine deurtje in de metalen poort van een guesthouse in Nazigo. Mijn fiets heb ik buiten laten staan en ik draag alleen een tas met paspoort, portemonnee, fietssleutel, camera, dagboek en andere handbagage. Op de binnenplaats van de guesthouse kijken de jongens bij de pooltafel en de mannen aan de tafeltjes bij de bar me aan. Afwachtend. Zonder iets te zeggen. Een mzungu, wat moet die hier? Lees verder
Spik en span
Het moeras als wasstraat
De weg van Bombo naar Kayunga: zestig kilometer lang berg op berg af langs de bananenbomen, palmen en gekke moerasplanten.
De dakloze soldaat
In het stadje Bombo is het hoofdkantoor van de Ugandese landmacht gevestigd, en dat is te merken: rijen barakken bepalen het straatbeeld en zowat iedereen die ik ontmoet is soldaat. Ook in de bar van mijn guesthouse barst het van de soldaten. Robert, stafsergeant van de logistieke dienst, probeert mijn pooltechnieken bij te slijpen en soldaat Odim begeleidt me ’s avonds door de dondere straten van het stadje om wat eten te gaan halen.
Voordat Odim en ik vertrekken, meldt hij dit even netjes bij de hotelbaas. Hij belooft dat hij goed zal passen op de mzungu, de blanke. Lees verder
Zondagochtend in Kampala
Zondagochtend vroeg vertrek ik uit Kampala. De zon is nog niet lang op en de bewoners van de stad liggen nog op bed. Of ze zitten in de kerk. Ze zijn in ieder geval nog nauwelijks op straat te vinden. Kruispunten die normaal compleet vaststaan met taxibusjes, auto´s een brommertaxi´s zijn nu met gemak over te steken. Een prima moment dus om op de fiets te stappen. Lees verder
‘Katjelam’
Een belangrijk deel van mijn eerste dagen in Kampala breng ik door op het dakterras van het ICU Guesthouse, een pension een paar kilometer buiten het centrum van Kampala. De zon schijnt fel, maar met een beetje wind is het in de schaduw van een afdakje goed uit te houden. Soms onweert het even en klettert de regen naar op de golfplaten. In de palmen zitten vogels die klinken als apen. Op een avond trilt het guesthouse op zijn fundamenten: een kleine aardbeving treft Kampala. Moe van de reis hang ik op de kussens en lees ik wat. Langzaam begin ik te acclimatiseren. Lees verder
Fiets in doos
Al vijf keer heb ik vanuit Nederland mijn fiets mee op het vliegtuig genomen. Het inpakken van de fiets is inmiddels een waar familieritueel. Mijn vader tikt een oude fietsdoos op de kop bij een fietsenmaker in de buurt, ik schroef mijn fiets uit elkaar en mijn moeder helpt mee met het betere knip- en plakwerk. We maken de doos precies op maat en met tie-wraps en duct tape zorgen we ervoor dat er niets kan gaan schuiven en schuren. Lees verder
Zesde zintuig
Nooit meer de weg kwijtraken en altijd de snelste weg naar huis vinden. De FeelSpace, een riem met een vibrerend kompas, laat mensen het magnetisch noorden aanvoelen.
Ode aan de spons
Kamphandel
Toebab
M’bour – Rufisque, 64 km
“Geef me een cadeau!” Het is geen vraag, maar een bevel. Een bevel dat ik vaak krijg in Senegal. Al voordat ik de stempel van de Senegalese douanestempel in mijn paspoort had, had ik twee kinderen achter me aan met een duidelijke eis: “Geef me balpen of honderd franc!”
Black shark
M’bour – Rufisque, 64 km
Een man probeert mij schelpen en kettingen te verkopen op het strand van M’Bour. Hij heeft drie argumenten om me tot aankoop te verleiden: 1) toeristen houden van schelpen en kettingen, dus ik ook. 2) Zijn kettingen zijn niet duur. 3) Zijn gezin is arm en dit is hun enige manier aan om de kost te komen.
Tweede moeder
Kaolack – M’Bour, 115 km
Mama, zo heet tweede dame van rechts. Aan de kant van de weg in Tatadem verkoopt zij sinaasappels, sla en de gedroogde vruchten van de Baobab. Ze nodigt me eerst uit voor een portie vis en rijst en laat me vervolgens een dutje doen op de aan elkaar genaaide rijstzakken, die ze als kleedje gebruikt. “Hier ben ik je moeder”, stelt ze.
Ze is dan ook wat teleurgesteld als haar oudste zoon van tweeëntwintig aangeeft dat hij eigenlijk liever niet met mij maar met een ander trouwt.
Ballet
Kaolack – M’Bour, 115 km
Ik was al door verschillende mensen gewaarschuwd: de weg tussen Kaolack en Fattick zit vol kuilen.
Nu maakt dat voor een fietser op zich niet zoveel uit, maar de vrachtwagens zwalken van de ene kant van de weg naar de andere in een poging de kuilen te ontwijken. De meeste chauffeurs kennen de weg goed en zigzaggen met een slakkengang doelgericht tussen de gaten door. Het gaat zo beheerst dat het bijna iets kunstzinnigs heeft: een ballet voor tweeënzeventig vrachtwagens, achtenvijftig four-wheel drives en een enkele paardenkar.