Kaolack – M’Bour, 115 km
“De ui is de nationale groente van Senegal.” Dat had ik voor vertrek ergens gelezen. En inderdaad: in Senegal krijg ik héél veel uien voorgeschoteld. Erg lekker trouwens, gestoofd met een pepertje of gesnipperd door de rijst.
Maar wie is er toch op het idee gekomen dat het handiger is om al die uien vanuit Krabbedijke en Wiskerke te importeren dan ze zelf te kweken?
Categoriearchief: tekst
Smetje
Kaolack
In een sjiek hotel in Kaolack ontmoet ik een ander slag mensen dan ik op een gemiddelde dag tegenkom. Dames en heren met four-wheel drives en glanzende gewaden die nonchalant hun iPhones bewerken, ontwikkelingswerkers die tot ver in de avond over hun laptops gebogen zitten en zakenlui die voetbalkijkend netwerken aan de hotelbar. Lees verder
Kernwaarden
Kaolack
Tegenover me aan de ontbijttafel zit een officier van de Amerikaanse Nationale Garde, afdeling Vermont. Hij heeft een typisch militair borstelkapsel – het haar aan de zijkanten van het hoofd gemillimeterd en dat wat bovenop groeit rechtovereind – en draagt een camouflagepak en stevige kisten. Toen hij bij mij aanschoof heeft hij zich voorgesteld met zijn volledige naam, rang, functie en land, staat en stad van herkomst. Ik was zo verrast door deze formele begroeting, compleet met tegen elkaar klakkende hakken, dat ik alleen de naam van de staat onthouden heb.
Restaurant
Zonder vertrouwen in de lokale horeca kom je hier niet ver. Of je moet zin hebben om elke dag zelfgemaakte pasta met sardientjes te eten. Eerst heb ik nog een beetje mijn twijfels bij restaurant Chez Rama… Maar de thiébou-dienne (rijst met vis) is heerlijk.
Zout
Pete – Kaolack, 75 km
Plots blijk ik al dichter bij zee te zijn dan ik had gedacht. De rivier die langs Kaolack stroomt, is geen rivier maar een zeetong. Grote lege vlaktes, waar het water tijdelijk is opgedroogd, zijn bedekt met een dikke laag zoutkristallen. In de verzengende hitte schrapen vrouwen en mannen uit de nabijgelegen dorpen heel voorzichtig het zout op hoopjes. Lees verder
Huwelijksonderhandelingen
Pete – Kaolack, 75 km
Zoals waarschijnlijk de meeste blanke toeristen sla ik op een dag heel wat huwelijksaanzoeken af. Niet alleen van mannen, maar ook van vrouwen die voorstellen me te koppelen aan hun zoon, neefje of kennis. “Ben je hier alleen? En je bent niet getrouwd? Dan ben je zeker op zoek naar een Senegalese echtgenoot!”
Culinair dieptepunt
Koumpentoum – Pete, 103 km
Het wordt donker op het erf van de familie Ba. De kinderen scharen zich rond een kampvuurtje en de pater familias rust uit op het bamboebed in het midden van het erf. Ook ik hang maar wat rond en praat met Gallo. Hij is de oudste zoon van de familie en tevens de enige die Frans spreekt. Het is te donker om te lezen of te schrijven en ik barst van de honger. Het enige waar ik aan denk is: wanneer gaan we eten?
Gespierde, halfontklede mannen
Tambacounda – Koumpentoum, 109 km
’s Avonds, in Koumpentoum, bezoek ik een traditionele worstelwedstrijd – naar het schijnt een erg populaire bezigheid in Senegal. Na betaling van zo’n tachtig cent, mag ik het plein op en wordt het samen met de rest van het dorp dringen rond een open plek waar twee jongens elkaar in een gespannen omhelzing op de grond proberen te krijgen. Enkele djembespelers begeleiden de strijd met opzwepende ritmes.
Collega
Tambacounda – Koumpentoum, 109 km
En dan kom ik eindelijk mijn eerste collega-fietser tegen: Huges, die zijn fietstocht gestart is in Zuid-Frankrijk. Enthousiast wisselen we verhalen uit over het nut van achteruitkijkspiegels en fietsstandaarden.
Omelet en bruine bonen
Tambacounda – Koumpentoum, 109 km
Onderweg van Tambacounda naar Kaolack ontbijt ik ’s ochtends meestal in het gezelschap van vrachtwagenchauffeurs en busreizigers. Het is een deel van de doorgaande route van Bamako naar Dakar en in elk dorp is wel een ontbijtgelegenheid. Dat wil zeggen: een paar bankjes en een tafel onder een afdakje, afgeschermd van de straat met wapperende lakens. Achter de tafel zit een man of vrouw aan de lopende band omeletten te bakken.
Karperskop
Tambacounda
Mijn gastheer Alphousseyni legt uit:
“Japanse wetenschappers hebben eens onderzocht hoe het komt dat Senegalezen slimmer zijn dan andere Afrikanen. Het blijkt dat dat komt doordat we vissenkoppen eten. Het zijn de vissenhersenen die goed zijn voor de intelligentie.
Raar maar Saar
Meer reisverhalen? Ga naar mijn blog Raar maar Saar en lees alles over mijn ervaringen in Turkije, Roemenië, Marokko, Polen, Slowakije, Oekraïne, Iran en Syrië.
Verloren paradijs
Veertig jaar geleden moesten de bewoners van de Chagoseilanden plaats maken voor de bouw van een Amerikaanse militaire basis. De Chagossians beschuldigen de Britse staat van deportatie en schending van hun mensenrechten. Met haar nieuwste boek wilt antropologe Sandra Evers de feiten boven tafel krijgen.
Geheime deportatie
Het stonk in de bakermat van beschaving
Creatief in de kampong
Voor de Indonesische bedrijven en overheden zijn de kampongs in het stadscentrum van Jakarta een doorn in het oog. Volgens stedenbouwkundige Devisari Tunas wordt het economische belang van de kampongs sterk onderschat.
Jongleren met elektronen
Maandenlang zat dr.ir. Ivo Vink in het lab om het ‘jongleren met elektronen’ onder de knie te krijgen. Met veel geduld lukte het hem de spintoestand van elektronen te manipuleren en uit te lezen. Hiermee levert hij een bijdrage aan de totstandkoming van de quantumcomputer, de computer die de hele informatica op zijn kop moet zetten.
De kunst van het theedrinken
Het ‘ideale’ vluchtelingenkamp wordt niet ontworpen op de tekentafel. “Veel vluchtelingenorganisaties doen maar wat”, zegt dr.ir. James Kennedy. “Bij het bouwen van een kamp ontbreekt het aan langetermijnperspectief.”
Lees verder