Zondag, Apoera
‘Ben je niet bang? , vroeg tante Annie me vanochtend terwijl ze een sigaretje rookte op de veranda. Het is een lastige vraag, die ik elke keer anders beantwoord. Ik probeer alleen bang te zijn op momenten dat het nodig is. Maar dat is soms makkelijker gezegd dan gedaan, vooral als je van plan bent om door de jungle te fietsen. De meeste mensen hier vinden het een doodeng idee. Maar betekent dat dat ik het ook doodeng moet vinden? Een politieman zei dat hij het zelf niet zou durven, maar toen ik wat doorvroeg, bleek dat het hem vooral zo vervelend leek om zonder zijn vrienden te zijn. Het is altijd even aftasten of andermans angsten ook voor mij relevant zijn.
De afgelopen weken heb ik geprobeerd de risico’s te inventariseren. Want gevaren zijn het engst als het onduidelijk is wat het gevaar precies inhoudt. Voor het gemak heb ik ze maar even opgedeeld in een paar categorieën: route, communicatie, dieren, mensen, eten en drinken.
Route
Bestaat de weg van Apoera naar Zanderij? En zo ja, is hij begaanbaar? – Met die vraag zat ik al voor ik mijn ticket naar Suriname boekte. Ik fiets liever in een rondje dan van A naar B en dan weer terug naar A. En bovendien wilde ik best graag het binnenland in. De weg staat op mijn kaart, maar uit ervaring weet ik dat dat niet alles zegt.
De weg bestaat, daar ben ik inmiddels wel uit. Al loopt hij wel anders dan staat aangegeven op mijn kaart. Met behulp van de satellite view van google maps heb ik in Nederland al de correcte route op mijn GPS ingevoerd – dan kan ik er in ieder geval voor zorgen dat ik het tijdig opmerk als ik een verkeerde afslag neem, want richtingbordjes hebben ze vast niet, daar in de jungle. Maar hier in Suriname hoor ik dat het onwaarschijnlijk is dat ik de weg kwijtraak; er zijn nauwelijks afslagen.
Ik ben trouwens zeker niet de eerste die de weg zou fietsen, lees ik. Maar de meeste fietsers gaan in een groep, compleet met gids en volgauto. In Paramaribo ontmoette ik Dustin, de man die de volgauto bestuurd. De weg is moeilijk begaanbaar, zegt hij. Als het geregend heeft zak je diep weg in de modder. Soms zitten er flinke kuilen in de weg en soms moet je je fiets naar boven duwen. Hij zou het me niet aanraden om alleen te gaan.
Opa Jozef, een huurder van tante Annie, heeft de route drie jaar geleden zelf gefietst. Hij zegt een ex-marinier te zijn en gaat een avontuur niet uit de weg. Hij zegt: maak je geen zorgen. Het is goed te doen. Lees verder →