Agenten en particuliere beveiligers worden steeds vaker getraind in een methode om terroristen en criminelen in het vizier te krijgen nog voordat ze iets gedaan hebben. De spottersmethode, ook wel predictive profiling genoemd. Hoe dat werkt? Simpel, door te kijken naar afwijkend gedrag en met de potentiële verdachte in gesprek te gaan. Zo hoopt de profiler criminele activiteiten te verstoren en te voorkomen.
Queen: brief aan de koningin
Zo begint de brief van Queen, een 10-jarig meisje dat met haar moeder in de Kerstvakantie op straat dreigt te worden gezet. Ze is slechts één van de op zijn minst honderden illegale kinderen die vanuit koffers leven en geen vaste woonruimte hebben.
Als researcher werkte ik mee aan deze aflevering van Mensjesrechten (IKON).
Bekijk hier de documentaire.
Indringers
Tijdens de zwangerschap schenkt elke baby haar moeder een portie stamcellen. Volgens Amerikaans onderzoek leven deze cellen voort in het lichaam van de moeder en komen ze haar te hulp als ze ziek is. Samen met researcher Lemke Kraan en regisseur Karin Schagen maakte ik deze aflevering van Labyrint over de magie van de zwangerschap.
Bang voor Ebola
Het ebolavirus is een van de meest dodelijke virussen ter wereld. Wie het virus in zijn bloed krijgt, raakt vrijwel zeker besmet. En wie besmet raakt, loopt grote kans binnen een week te sterven. Afhankelijk van de variant van het virus sterft 50 tot 90 procent van de zieken. Lees verder
Door koeienogen
Een koe in het slachthuis raakt makkelijk in paniek. Maar niet omdat ze haar dood voelt aankomen, denkt gedragsbioloog Temple Grandin. Zij strijdt voor dierenwelzijn in het slachthuis. Lees verder
Temple Grandin: autist tussen de dieren
Gedragsbioloog Temple Grandin is autistisch. Tot haar vierde kon ze niet praten en nog altijd ze heeft moeite met sociale relaties. Tegen alle verwachtingen in begon ze een wetenschappelijke carrière en groeide ze uit tot een beroemdheid die zich inzet voor een andere omgang met dieren én autisten. Samen met regisseur Wim Schepens maakte ik een aflevering van Labyrint (VPRO / NTR) over deze bijzonder vrouw en haar nieuwe kijk op autisme en dierenwelzijn.
De kleutermeester
Voor een aflevering van De Andere Wereld (IKON) over feminisme ging ik op zoek naar een kleutermeester en belandde in de klas van meester Bart Lentjes. Met veel enthousiasme geeft hij les aan zijn 4 tot 6 jarigen. Dat de meeste van zijn collega’s vrouw zijn, kan hem niets schelen. Maar dat ‘kleuterjuf’ een vrouwenberoep zou zijn, vindt hij onzin. De kleuters hebben ondertussen hele andere ideeën over wat ze later willen worden. Lees verder
Strijd tegen alzheimer
Bij meer dan 1000 Amerikaanse nonnen en monniken komen jaarlijks wetenschappers over de vloer die hen onderwerpen aan allerlei cognitieve tests. Na hun dood stellen de kloosterlingen hun hersenen ter beschikking van de wetenschap. Dit allemaal om bij te dragen aan het onderzoek naar de ziekte van Alzheimer. Samen met regisseur Wim Schepens maakte ik deze aflevering van Labyrint over de zoektocht naar de oorzaken van deze mysterieuze ziekte.
Poolwetenschap
In het wetenschapsdorp Ny-Ålesund op Spitsbergen vind je wetenschappers van allerlei pluimage: Duitse algenonderzoekers, Nederlandse vogeldeskundigen, Russische geologen en Chinese meteorologen. Ze zitten er voor de wetenschap, jawel, maar hun aanwezigheid dient ook een politiek doel: wie actief is in het Noordpoolgebied heeft een vinger in de pap als het ijs smelt. Samen met regisseur Thijs Brandsma maakte ik deze aflevering van Labyrint over de strijd om de Noordpool.
Pablo
Hij was een typische zeventienjarige jongen: mager, lange ledematen, een voorzichtig zacht baardje op zijn kin. In de buurt van volwassenen was hij soms nog wat verlegen. Maar toch… hij was al bijna een man. Zo’n twee maanden geleden kwamen zijn ooms nog helemaal vanuit Londen overvliegen om hem ceremonieel zijn eerste echte tulband om te binden.
Afgelopen zaterdag had Pavraj (of Pablo) Ghataurhae zijn tulband niet om. Dat zie ik op een foto op de website van de Spaanse krant El Pais. Op de foto ligt Pablo op de grond. Zijn donkere, lange haar zit netjes in een knotje op zijn kruin, zijn armen zijn over zijn borst gevouwen. Zijn witte T-shirt is rood van het bloed. Zijn ogen zijn dicht. Hij is dood. Lees verder
Slapend
Ik droom dat ik wakker word. De ene keer lig ik in een kano, de andere keer in een minibusje. Soms in een hotelkamer met openstaande deur. Ik hoor stemmen, zie mensen bewegen. Ik voel mijn arm pijnlijk kloppend tegen mijn lijf, steunend in het kuiltje van mijn taille, of voorzichtig tegen mijn borst gevouwen. Ik weet niet wie de mensen zijn bij wie ik in de kano lig, of in het minibusje. Maar ik meen ze wel te kunnen vertrouwen. Toch maak ik me zorgen. Want waar is mijn fiets gebleven? En wanneer heb ik mijn tassen voor het laatst gezien? Ik heb geen idee. Lees verder
Wegen naar Mombasa
Over ongelukken in kleine hoekjes gesproken
“Waarom ik oordoppen draag bij het zwemmen? Dat is een lang verhaal”, zegt de Sikh.
“Ik houd wel van lange verhalen”, antwoord ik.
“Goed, dan zal ik het je vertellen.
Om ervoor te zorgen dat mijn tulband stevig op mijn hoofd blijft zitten, zet ik hem meestal vast met een paar haarspeldjes.
Op een dag zat ik in de auto. Mijn oor jeukte en plukte ik zo’n haarspeldje uit mijn tulband om ermee in mijn oor te krabben. Dat deed ik een poosje, gedachteloos. Lees verder
Mijn Ithaka
Het Kenya Bay Beach Hotel ligt pal aan het strand. Om het zwembad staan palmbomen en ligstoelen met blauwe parasolletjes. In de palmen zitten grijze aapjes met opmerkelijk turquoise ballen. Vanaf loungebanken kijk je uit over de Indische oceaan. Op het strand passeert af en toe een landerige kameel met op zijn rug een toerist. Twee kamelendrijvers zorgen ervoor dat het dier de goede kant op loopt. De een trekt aan een touw aan zijn halster, de ander houdt hem vast bij zijn staart.
De bewaker van het hotel kauwt qat om alert te blijven. Lees verder
Whisky en kip
In het strandhotel verplaats ik me van mijn bed naar de ligstoelen aan het zwembad en van de ligstoelen naar de loungebanken. Soms loop ik even de zee in. Mijn vrienden de Sikhs doen navenant niet veel anders. Behalve dan dat hun nietsdoen gepaard gaat met een aardige alcoholconsumptie. Wodka vóór de lunch, wijn bij de lunch en bier na de lunch. En ’s avonds whisky. “Boss”, roepen ze naar de ober, “more ice please, more ice!”Gelukkig zijn het geharde drinkers en blijft hun gezelschap aangenaam. Lees verder
Update
Mijn arm en mijn heup worden met de dag blauwer en ik heb spierpijn in mijn nek. Niet fijn, maar nu ik uitgerust ben, valt er best mee te leven. Met een beetje creativiteit kan ik mezelf aankleden en wassen. En als ik maar genoeg kussens tot mijn beschikking heb, wil het slapen ook best lukken. Alleen heb ik nu ook spierpijn in mijn buikspieren, omdat ik die kennelijk gebruik om mijn nek wat te ontlasten. Ik kan mijn arm al iets verder buigen dan eerst en met twee handen typen lukt ook alweer.
Het zou zomaar kunnen dat ik al snel weer helemaal de oude ben.
Hulp bij inpakken
Ongeluk
Op het ene moment rijd ik nog zo’n veertig kilometer per uur. Op het andere moment vlieg ik door de lucht en kom met een klap op het asfalt terecht. Eerst raakt mijn elleboog de grond, dan mijn heup en dan mijn hoofd. Even is er niets anders dan de pijn en het kraken van mijn helm. Ik schreeuw: “Aaaaah”. Zo hard en lang mogelijk. En nog eens, met alle kracht die ik heb: “Aaaah”.
Het is het enige dat ik kan doen. Ik wil niet bewegen. Alleen maar liggen en schreeuwen.
Ik lig op mijn zij op het asfalt, mijn gezicht naar de lucht. Met mijn rechterarm voel ik mijn linker elleboog. Ik voel een harde knobbel waar normaal zacht vlees zit. En daarnaast voel ik een kuiltje. Zit daar normaal gesproken een kuiltje? Ik kan het me niet voorstellen.
Iemand probeert me aan mijn linkerarm op te trekken. Ik schreeuw het uit. “Don’t touch it! Don’t touch!” Mijn arm wordt losgelaten. Even later hoor ik stemmen. “You’ll be okay. Dont worry! Don’t worry!”
Deze geruststellingen, ongetwijfeld goed bedoeld, maken me woedend. Ik lig nog steeds stil. Mijn nek durf ik niet te bewegen. Maar ik roep: “Het gaat niet goed! Mijn arm is gebroken. En het doet pijn. Heel veel pijn! En pas op met mijn hoofd!”
Iemand legt een hand onder mijn nek, verwijdert mijn helm en legt er een kussen voor in de plaats. “Rustig maar. De ambulance komt eraan.”
Later zal ik me geen beelden herinneren. Wie me probeerde op te trekken. Wie om de brancard staan. Het enige beeld dat me later voor ogen zal staan is het beeld van mijn elleboog en de knobbel en de deuk die er niet zouden moeten zitten. Lees verder
Ontbijt
Dagelijkse kost: thee met melk en suiker en een vettige chapati.
Bij de rangers
Ook al was het een mooie rit, als het hek van Tsavo West in zicht komt, ben ik toch wel weer blij het park uit te zijn. Eindelijk tijd voor een uitgebreide picknick. Maar ik ben het park nog niet uit, of ik ga er alweer in, want ik word uitgenodigd door de parkwachters om te overnachten in een van hun barakken die toch leeg staat. Ik moet alleen beloven dat ik na zonsondergang niet naar het wc gebouwtje ga, want ’s avonds komen de olifanten graag het erf op. Lees verder