Fietssafari voor beginners

olifant op de weg“Zorg ervoor dat je altijd een beetje as bij de hand hebt”, zegt Ian door de telefoon. “Als je een gevaarlijk dier ziet – een leeuw of een andere kat – gooi dan een beetje van die as in de lucht en kijk welke kant het op waait. Als de as van jou en de leeuw weg waait is er niets aan de hand. Waait de as naar de leeuw toe, nou ja, dan ben je goed als dood.” Lees verder

Fruitsla

’s Ochtends, voor vertrek, een fruitsla van banaan, papaja, komkommer, sinaasappel, avocado, watermeloen en passievrucht. Gemaakt door Christine – ‘Think of the Lord and you know my name’ – die van zes uur ’s ochtends tot tien uur ’s avonds haar kraam bemant en continu staat te schillen en te hakken.

Christine in haar fruitkraam

Leeuwenjacht

Tom“Wacht nog even”, zegt Tom, “ik haal mijn knuppel en dan kunnen we gaan.”

Tom heeft aangeboden me te begeleiden tijdens een wandelindelingetje over de savanne. Ik ben twee dagen aan het bijkomen in het Maasai Simba Camp waar ik mijn eigen hut heb – compleet met strooien dakje – en waar ik per dag drie heerlijke maaltijden krijg voorgezet. Tom is een broer van de eigenaar van het kamp, en, is zoals ongeveer alle mannen in deze regio, Maasaikrijger. En een Maasaikrijger neemt het liefst zijn speer en knuppel mee als hij in de bush op pad gaat. Voor het geval dat hij door een leeuw wordt aangevallen Lees verder

Slaapplaats

Maasailand

IMG_3565Sinds een week fiets ik door het land van de Maasai. Ik heb nooit eerder een volk ontmoet dat me zo exotisch voorkwam. Zo anders.

Hun rode gewaden en hun uitgerekte oorlellen. De cirkelvormige littekens op hun wangen en het gat waar hun onderste voortanden zaten voordat ze getrokken werden. De kleurrijke sieraden, gemaakt van talloze minuscule kraaltjes. De speren. De knuppels. Lees verder

Stofbad met beloning

IMG_3570

Na de tegenslag eerder deze week ben ik nog een dag in Kajiado gebleven. Ik heb een ander guesthouse gevonden – eentje zonder nachtclub op het dak – en kon daar in alle rust bijslapen. Nu ben ik weer onderweg, over onverharde wegen richting Oloitokitok.

De eerste vijftig kilometer zijn aardig te doen. Het gaat heuvel-op heuvel-af, maar de weg is aardig begaanbaar. Daarna wordt het lastiger. De weg is verknalt door de vrachtwagens die soms de bush in rijden om rivierzand op te halen om op de bouw te gebruiken. Door het denderende gewicht van de wagens is de weg in een groot stofbad veranderd. Stof, zo fijn dat je er, bij elke stap die je zet, tot halverwege je kuit in wegzakt. Stof dat zich in de gaten en kieren van je fiets verzamelt en waar niet tegenop te oliën is. Je hoort de ketting over de tandwielen schuren: krtsjp krsjp krksjp. Lees verder

Warm

MaasaidekentjeDe zon schijnt weer. Nou ja, af en toe dan. Genoeg om op te warmen en mijn was te drogen. Ik heb ook een dekentje aangeschaft tegen de kou. Een echte shuka, een Maasaidekentje: rood met blauw-wit-zwarte ruiten. Het staat een beetje apart, maar het dekentje is heerlijk warm als het ’s avonds afkoelt. Ook leent het zich bovendien prima als picknickkleedje.

En van een Maasai krijg ik af en toe  een complimentje, ´Mooie shuka, hoor!´

Tegenslag

Athi hoogvlakteEn dan zit het plotseling allemaal tegen. Het is koud, het regent en ik ben moe. Nog geen twintig kilometer buiten Nairobi ga ik een hotel binnen om thee te drinken en op te warmen. Maar ook in het hotel is het koud en het duurt wel twee uur en zes kopen thee voordat ik weer een beetje ben opgewarmd. De serveerster biedt aan mijn kleren te strijken, zodat ik tenminste met een droog pak verder kan.  Lees verder

Hoe te reizen

Chris, campingbaas in Nairobi, heeft ze allemaal al eens langs zien komen: de vrouw die van Egypte naar Zuid-Afrika fietste, de jongen die dezelfde tocht op skeelers deed en de man die liep, zijn bagage voortduwend in een kinderwagen. “Die laatste kon me niet veel anders vertellen dan hoeveel paar schoenen hij al had versleten”, zucht Chris.

De lange Duitser met blond haar in een staart, lijkt er wat cynisch van te zijn geworden. “‘Doe wat je leuk vindt!’, zeg ik altijd maar”, zegt hij meewarig. “Mij maakt het allemaal niet uit.” Lees verder

Martelgang

“You are going to Mombasa? On this!?”, vraagt het kamermeisje terwijl ze mijn fiets bestudeert. “Are you torturing yourself?”

Ze heeft net gevraagd wat mijn missie is. Mijn antwoord dat ik een toerist ben en het land wil leren kennen, vindt ze niet toereikend. Daarom stelt ze de vraag die in haar ogen het meest voor de hand ligt: “Is dit een soort van boetedoening? Waarom deze martelgang?” Lees verder

Vijftig paar ogen

impala'sOp het campingterrein bij Lake Naivasha heb ik als enige gast mijn tent op gezet. Het is er stil, al hoor je in de verte wel de snelweg. Maar dat snelweggeluid neem ik graag voor lief, want als ik aankom, staat de kampeerweide vol met impala’s en zebra’s. En even nadat ik mijn tent heb opgezet komt er ook een verlegen giraffe door de bosjes wandelen. Lees verder

Geen fruit

Op de stoep in Nakuru heb ik plots een jongetje aan mijn been hangen. Letterlijk. Eerst vroeg hij om geld, toen wilde hij dat ik fruit voor hem kocht. En toen ik door wilde lopen, greep hij mijn been.

Het is nog een jonge jongen. Hij komt niet veel hoger dan mijn navel. Hij draagt afgetrapte slippers en heeft schurftplekken op zijn hoofd. Smekend kijkt hij omhoog: “hungry… please… fruit.” Lees verder

Op safari

Buffels in Lake Nakuru National ParkHet is verrekte duur om hier een Nationaal Park in te mogen als buitenlander. Tachtig dollar per dag en dan moet je nog vervoer zien te regelen, want fietsen in een park waar neushoorns, buffels en leeuwen rondwandelen is simpelweg niet zo’n goed idee.

Maar ik heb geluk: in mijn hotel in Nakuru loop ik twee heren tegen het lijf die een dure lodge in het Lake Nakuru National Park aan het bouwen zijn. Als ik wil, mag ik best een dagje mee in hun Landrover. Lees verder

Mashallah!

het uizicht van hotel MashallahHet hotel heet Mashallah.
Adan, mijn Reddende Engel en Aspirant Echtgenoot, heeft het me aangeraden. Hij ging ervan uit dat het gerund zou worden door een moslim en dat het dus wel snor zou zitten met een veiligheid. De andere opties waren overigens Guesthouse Safe en Multichoiche Motel. Namen die toch enigszins bedenkelijk klinken.

Maar goed, Mashallah dus. De kamer ziet er niet zo fris uit als ik misschien gewenst had. De gordijnen zijn smoezelig en de halve vloer van het was- en wc-hok staat blank door gebrek aan een afvoerputje. Op het bed ligt een wollen deken met een onbestemde kleur en een vaal geworden Tweety-laken. Maar ik ben al lang blij dat ik een slaapplaats heb en neem de kamer zonder verder onderhandelen. Lees verder

Vijf tot tien kamelen

IMG_3396Ik had wel gehoord dat er aan de weg werd gewerkt tussen Chemelil en Londiane, maar dat het zo erg was, had ik niet verwacht. Het asfalt is weggevaagd en de steile weg bestaat uit stenen en kuilen. Ik ga met zes kilometer per uur omhoog en ik vraag me af hoe lang ik dit nog uithoud. Als het zo doorgaat, doe ik er zeker twee dagen over om boven te komen. De omgeving is prachtig, maar daar heb ik op het moment niet meer zoveel oog voor.

39 kilometer gehad. Nog 37 kilometer te gaan. Er zijn nauwelijks auto´s, slechts af en toe een brommer. “Als er nou eens een auto voorbij zou komen”, denk ik, “zo’n pickup, waar mijn fiets achterin kan…”
Nog geen vijf minuten later word ik ingehaald door een kleine witte vrachtwagen. De bestuurder kijkt me aan en trekt zijn wenkbrauwen op, hij stopt en draait het raampje open: “Wil je een lift misschien?” Lees verder