Hoe vindt een zalm zijn weg door de eindeloze oceaan? En hoe weet een roodborstje steeds weer terug te vliegen naar zijn broedplaats? We weten dat ze geholpen worden door hun interne kompas. Maar hoe dat kompas werkt, is een raadsel waar wereldwijd onderzoekers zich over buigen. Samen met Hansje Quartel en Wim Schepens maakte ik deze Labyrint over het zesde zintuig en kantelende polen.
Zesde zintuig
Nooit meer de weg kwijtraken en altijd de snelste weg naar huis vinden. De FeelSpace, een riem met een vibrerend kompas, laat mensen het magnetisch noorden aanvoelen.
De operatiekamer van de toekomst
Arm in een rijk land
Wanneer ben je arm in een rijk land? Als je geen geld hebt om op vakantie te gaan? Als je je geen televisie kan veroorloven? Of pas als je niet dagelijks een warme maaltijd op tafel kan zetten?
Voor Labyrint (VPRO / NTR) maakte ik samen met onder anderen regisseur Thijs Brandsma en producer Linda Bos deze aflevering over de definitie van armoede.
Verloren onschuld
In het Texelse dorp Oosterend zijn mensen gewend hun deuren open te laten. Op slot doen is niet nodig. En als iemand voor het gemak zijn autosleutels in het contact laat steken, kijkt niemand daar raar van op. Totdat er een serie inbraken plaatsvindt in het dorp. In het holst van de nacht wordt het spaargeld van een 93-jarige dame gejat, wordt de tabaksafdeling van de supermarkt geplunderd en wordt het interieur van het kinderdagverblijf overhoop gehaald.
Ode aan de spons
De heldenrol van de spons
Bestemming onbekend
In het Keniaanse vluchtelingenkamp Kakuma vangen hulporganisaties al twintig jaar vluchtelingen op. Inmiddels is het kamp uitgegroeid tot een economisch en humanitair centrum dat een grote aantrekkingskracht heeft op mensen uit de wijde omgeving. Wat eens begon als opvangkamp is nu uitgegroeid tot een permanente stad met bijna honderdduizend inwoners. Voor Labyrint (VPRO/ NTR) maakte ik samen met onder andere regisseur Thijs Brandsma, producer Bella Boender en cultureel antropoloog Bram Jansen een documentaire over deze humanitaire hotspot.
Kamphandel
Toebab
M’bour – Rufisque, 64 km
“Geef me een cadeau!” Het is geen vraag, maar een bevel. Een bevel dat ik vaak krijg in Senegal. Al voordat ik de stempel van de Senegalese douanestempel in mijn paspoort had, had ik twee kinderen achter me aan met een duidelijke eis: “Geef me balpen of honderd franc!”
Black shark
M’bour – Rufisque, 64 km
Een man probeert mij schelpen en kettingen te verkopen op het strand van M’Bour. Hij heeft drie argumenten om me tot aankoop te verleiden: 1) toeristen houden van schelpen en kettingen, dus ik ook. 2) Zijn kettingen zijn niet duur. 3) Zijn gezin is arm en dit is hun enige manier aan om de kost te komen.
Tweede moeder
Kaolack – M’Bour, 115 km
Mama, zo heet tweede dame van rechts. Aan de kant van de weg in Tatadem verkoopt zij sinaasappels, sla en de gedroogde vruchten van de Baobab. Ze nodigt me eerst uit voor een portie vis en rijst en laat me vervolgens een dutje doen op de aan elkaar genaaide rijstzakken, die ze als kleedje gebruikt. “Hier ben ik je moeder”, stelt ze.
Ze is dan ook wat teleurgesteld als haar oudste zoon van tweeëntwintig aangeeft dat hij eigenlijk liever niet met mij maar met een ander trouwt.
Ballet
Kaolack – M’Bour, 115 km
Ik was al door verschillende mensen gewaarschuwd: de weg tussen Kaolack en Fattick zit vol kuilen.
Nu maakt dat voor een fietser op zich niet zoveel uit, maar de vrachtwagens zwalken van de ene kant van de weg naar de andere in een poging de kuilen te ontwijken. De meeste chauffeurs kennen de weg goed en zigzaggen met een slakkengang doelgericht tussen de gaten door. Het gaat zo beheerst dat het bijna iets kunstzinnigs heeft: een ballet voor tweeënzeventig vrachtwagens, achtenvijftig four-wheel drives en een enkele paardenkar.
Uien
Kaolack – M’Bour, 115 km
“De ui is de nationale groente van Senegal.” Dat had ik voor vertrek ergens gelezen. En inderdaad: in Senegal krijg ik héél veel uien voorgeschoteld. Erg lekker trouwens, gestoofd met een pepertje of gesnipperd door de rijst.
Maar wie is er toch op het idee gekomen dat het handiger is om al die uien vanuit Krabbedijke en Wiskerke te importeren dan ze zelf te kweken?
Smetje
Kaolack
In een sjiek hotel in Kaolack ontmoet ik een ander slag mensen dan ik op een gemiddelde dag tegenkom. Dames en heren met four-wheel drives en glanzende gewaden die nonchalant hun iPhones bewerken, ontwikkelingswerkers die tot ver in de avond over hun laptops gebogen zitten en zakenlui die voetbalkijkend netwerken aan de hotelbar. Lees verder
Kernwaarden
Kaolack
Tegenover me aan de ontbijttafel zit een officier van de Amerikaanse Nationale Garde, afdeling Vermont. Hij heeft een typisch militair borstelkapsel – het haar aan de zijkanten van het hoofd gemillimeterd en dat wat bovenop groeit rechtovereind – en draagt een camouflagepak en stevige kisten. Toen hij bij mij aanschoof heeft hij zich voorgesteld met zijn volledige naam, rang, functie en land, staat en stad van herkomst. Ik was zo verrast door deze formele begroeting, compleet met tegen elkaar klakkende hakken, dat ik alleen de naam van de staat onthouden heb.
Restaurant
Zonder vertrouwen in de lokale horeca kom je hier niet ver. Of je moet zin hebben om elke dag zelfgemaakte pasta met sardientjes te eten. Eerst heb ik nog een beetje mijn twijfels bij restaurant Chez Rama… Maar de thiébou-dienne (rijst met vis) is heerlijk.
Zout
Pete – Kaolack, 75 km
Plots blijk ik al dichter bij zee te zijn dan ik had gedacht. De rivier die langs Kaolack stroomt, is geen rivier maar een zeetong. Grote lege vlaktes, waar het water tijdelijk is opgedroogd, zijn bedekt met een dikke laag zoutkristallen. In de verzengende hitte schrapen vrouwen en mannen uit de nabijgelegen dorpen heel voorzichtig het zout op hoopjes. Lees verder
Huwelijksonderhandelingen
Pete – Kaolack, 75 km
Zoals waarschijnlijk de meeste blanke toeristen sla ik op een dag heel wat huwelijksaanzoeken af. Niet alleen van mannen, maar ook van vrouwen die voorstellen me te koppelen aan hun zoon, neefje of kennis. “Ben je hier alleen? En je bent niet getrouwd? Dan ben je zeker op zoek naar een Senegalese echtgenoot!”
Culinair dieptepunt
Koumpentoum – Pete, 103 km
Het wordt donker op het erf van de familie Ba. De kinderen scharen zich rond een kampvuurtje en de pater familias rust uit op het bamboebed in het midden van het erf. Ook ik hang maar wat rond en praat met Gallo. Hij is de oudste zoon van de familie en tevens de enige die Frans spreekt. Het is te donker om te lezen of te schrijven en ik barst van de honger. Het enige waar ik aan denk is: wanneer gaan we eten?