Nieuw Nickerie mag dan de grootste stad van Suriname zijn, het centrum doet vrij slaperig aan. ’s Middags gaan alle winkels een paar uur dicht. Behalve de Chinese supermarkten dan, daar werken ze in ploegendiensten. De hitte is verzengend en op het uitgestrekte centrale plein is bijna niemand te zien. In de schaduw van twee betonnen giraffen zitten enkele politiemensen. In de schaduw van een boom zit een groep inheemsen met stapels dozen, plastic tassen, en pakken wc papier. Het zijn bosbewoners die wachten op het busje dat hen naar de vrachtboot naar Apoera zal brengen. Ik wil ook mee met die boot, dus ik voeg me bij het stil wachtende gezelschap en ga zitten op een stoeprandje waar nog net een beetje schaduw is.
Eenmaal in de bus neemt oom Carlos, de eigenaar van de boot, het woord: ‘Iedereen mag een grote tas mee nemen en een zak rijst en nog een kleine tas. Neem je meer mee, dan moet je meer betalen. Iedereen is hier gelijk en wordt hier gelijk behandelt.’ Sommige passagiers joelen instemmend. Carlos gaat door: ‘En pas op dat je bij het uitstappen in Apoera de juiste tas mee naar huis neemt. Vaak komen mensen thuis met een tas vol kleren van een ander. Een enorm gedoe. Opletten dus.’ Carlos kent zijn klanten.
Lees verder