Op 14 februari vertelde ik op het Festival Just Another Day waarom ik zo graag ga fietsen, in Kenia bijvoorbeeld.
Tag archieven: Kenia
Wegen naar Mombasa
Ongeluk
Op het ene moment rijd ik nog zo’n veertig kilometer per uur. Op het andere moment vlieg ik door de lucht en kom met een klap op het asfalt terecht. Eerst raakt mijn elleboog de grond, dan mijn heup en dan mijn hoofd. Even is er niets anders dan de pijn en het kraken van mijn helm. Ik schreeuw: “Aaaaah”. Zo hard en lang mogelijk. En nog eens, met alle kracht die ik heb: “Aaaah”.
Het is het enige dat ik kan doen. Ik wil niet bewegen. Alleen maar liggen en schreeuwen.
Ik lig op mijn zij op het asfalt, mijn gezicht naar de lucht. Met mijn rechterarm voel ik mijn linker elleboog. Ik voel een harde knobbel waar normaal zacht vlees zit. En daarnaast voel ik een kuiltje. Zit daar normaal gesproken een kuiltje? Ik kan het me niet voorstellen.
Iemand probeert me aan mijn linkerarm op te trekken. Ik schreeuw het uit. “Don’t touch it! Don’t touch!” Mijn arm wordt losgelaten. Even later hoor ik stemmen. “You’ll be okay. Dont worry! Don’t worry!”
Deze geruststellingen, ongetwijfeld goed bedoeld, maken me woedend. Ik lig nog steeds stil. Mijn nek durf ik niet te bewegen. Maar ik roep: “Het gaat niet goed! Mijn arm is gebroken. En het doet pijn. Heel veel pijn! En pas op met mijn hoofd!”
Iemand legt een hand onder mijn nek, verwijdert mijn helm en legt er een kussen voor in de plaats. “Rustig maar. De ambulance komt eraan.”
Later zal ik me geen beelden herinneren. Wie me probeerde op te trekken. Wie om de brancard staan. Het enige beeld dat me later voor ogen zal staan is het beeld van mijn elleboog en de knobbel en de deuk die er niet zouden moeten zitten. Lees verder
Ontbijt
Dagelijkse kost: thee met melk en suiker en een vettige chapati.
Fietssafari voor beginners
“Zorg ervoor dat je altijd een beetje as bij de hand hebt”, zegt Ian door de telefoon. “Als je een gevaarlijk dier ziet – een leeuw of een andere kat – gooi dan een beetje van die as in de lucht en kijk welke kant het op waait. Als de as van jou en de leeuw weg waait is er niets aan de hand. Waait de as naar de leeuw toe, nou ja, dan ben je goed als dood.” Lees verder
Maasailand
Sinds een week fiets ik door het land van de Maasai. Ik heb nooit eerder een volk ontmoet dat me zo exotisch voorkwam. Zo anders.
Hun rode gewaden en hun uitgerekte oorlellen. De cirkelvormige littekens op hun wangen en het gat waar hun onderste voortanden zaten voordat ze getrokken werden. De kleurrijke sieraden, gemaakt van talloze minuscule kraaltjes. De speren. De knuppels. Lees verder
Stofbad met beloning
Na de tegenslag eerder deze week ben ik nog een dag in Kajiado gebleven. Ik heb een ander guesthouse gevonden – eentje zonder nachtclub op het dak – en kon daar in alle rust bijslapen. Nu ben ik weer onderweg, over onverharde wegen richting Oloitokitok.
De eerste vijftig kilometer zijn aardig te doen. Het gaat heuvel-op heuvel-af, maar de weg is aardig begaanbaar. Daarna wordt het lastiger. De weg is verknalt door de vrachtwagens die soms de bush in rijden om rivierzand op te halen om op de bouw te gebruiken. Door het denderende gewicht van de wagens is de weg in een groot stofbad veranderd. Stof, zo fijn dat je er, bij elke stap die je zet, tot halverwege je kuit in wegzakt. Stof dat zich in de gaten en kieren van je fiets verzamelt en waar niet tegenop te oliën is. Je hoort de ketting over de tandwielen schuren: krtsjp krsjp krksjp. Lees verder
Warm
De zon schijnt weer. Nou ja, af en toe dan. Genoeg om op te warmen en mijn was te drogen. Ik heb ook een dekentje aangeschaft tegen de kou. Een echte shuka, een Maasaidekentje: rood met blauw-wit-zwarte ruiten. Het staat een beetje apart, maar het dekentje is heerlijk warm als het ’s avonds afkoelt. Ook leent het zich bovendien prima als picknickkleedje.
En van een Maasai krijg ik af en toe een complimentje, ´Mooie shuka, hoor!´
Ondertussen op de hoogvlakte
Te midden van de ogenschijnlijk verlaten hoogvlakte, staat er een bord met de tekst: Crazy Wild City. Daarachter een pretpark, compleet met reuzenrad, schommelschip en roze olifanten.
‘Open’, staat er op het bord, maar er is geen kip te zien.
Geen kip, maar wel een struisvogel.
Martelgang
“You are going to Mombasa? On this!?”, vraagt het kamermeisje terwijl ze mijn fiets bestudeert. “Are you torturing yourself?”
Ze heeft net gevraagd wat mijn missie is. Mijn antwoord dat ik een toerist ben en het land wil leren kennen, vindt ze niet toereikend. Daarom stelt ze de vraag die in haar ogen het meest voor de hand ligt: “Is dit een soort van boetedoening? Waarom deze martelgang?” Lees verder
Op weg naar Nairobi…
…zie je ook heel wat beesten langs de weg:
Vijftig paar ogen
Op het campingterrein bij Lake Naivasha heb ik als enige gast mijn tent op gezet. Het is er stil, al hoor je in de verte wel de snelweg. Maar dat snelweggeluid neem ik graag voor lief, want als ik aankom, staat de kampeerweide vol met impala’s en zebra’s. En even nadat ik mijn tent heb opgezet komt er ook een verlegen giraffe door de bosjes wandelen. Lees verder
Op safari
Het is verrekte duur om hier een Nationaal Park in te mogen als buitenlander. Tachtig dollar per dag en dan moet je nog vervoer zien te regelen, want fietsen in een park waar neushoorns, buffels en leeuwen rondwandelen is simpelweg niet zo’n goed idee.
Maar ik heb geluk: in mijn hotel in Nakuru loop ik twee heren tegen het lijf die een dure lodge in het Lake Nakuru National Park aan het bouwen zijn. Als ik wil, mag ik best een dagje mee in hun Landrover. Lees verder
Mashallah!
Het hotel heet Mashallah.
Adan, mijn Reddende Engel en Aspirant Echtgenoot, heeft het me aangeraden. Hij ging ervan uit dat het gerund zou worden door een moslim en dat het dus wel snor zou zitten met een veiligheid. De andere opties waren overigens Guesthouse Safe en Multichoiche Motel. Namen die toch enigszins bedenkelijk klinken.
Maar goed, Mashallah dus. De kamer ziet er niet zo fris uit als ik misschien gewenst had. De gordijnen zijn smoezelig en de halve vloer van het was- en wc-hok staat blank door gebrek aan een afvoerputje. Op het bed ligt een wollen deken met een onbestemde kleur en een vaal geworden Tweety-laken. Maar ik ben al lang blij dat ik een slaapplaats heb en neem de kamer zonder verder onderhandelen. Lees verder
Vijf tot tien kamelen
Ik had wel gehoord dat er aan de weg werd gewerkt tussen Chemelil en Londiane, maar dat het zo erg was, had ik niet verwacht. Het asfalt is weggevaagd en de steile weg bestaat uit stenen en kuilen. Ik ga met zes kilometer per uur omhoog en ik vraag me af hoe lang ik dit nog uithoud. Als het zo doorgaat, doe ik er zeker twee dagen over om boven te komen. De omgeving is prachtig, maar daar heb ik op het moment niet meer zoveel oog voor.
39 kilometer gehad. Nog 37 kilometer te gaan. Er zijn nauwelijks auto´s, slechts af en toe een brommer. “Als er nou eens een auto voorbij zou komen”, denk ik, “zo’n pickup, waar mijn fiets achterin kan…”
Nog geen vijf minuten later word ik ingehaald door een kleine witte vrachtwagen. De bestuurder kijkt me aan en trekt zijn wenkbrauwen op, hij stopt en draait het raampje open: “Wil je een lift misschien?” Lees verder
Olympisch goud
“Ik ben zelf ook een sportman – atletiek”, zegt de man terwijl hij mijn fiets inspecteert. Hij draagt een oogverblindend wit overhemd, jeans en cowboylaarzen.
“Echt waar? Op welk niveau? Nationaal?”, vraag ik.
“Nou, nee, eerder internationaal. In 2008 won ik goud op de Olympische Spelen in Beijing. Op de 800 meter. Wilfred Bungei is de naam. Als je wilt, kan je wel een handtekening krijgen…” Lees verder
Welterusten
“Als ik een verhaal vertel, zullen jullie dan tevreden zijn?
Ja?
Dan begin ik”
– De statige oude dame nestelt zich nog eens goed in haar stoel. Een tl-balk verlicht haar gezicht en die van haar toehoorders. De open plek is omringd door enkele hutten. Daarbuiten is het regenwoud. Enkele vogels zingen nog en de generator bromt. Verder is het stil. De vrouw begint haar verhaal. Een verhaal zoals alle oma’s hier aan hun kleinkinderen vertellen als het donker wordt, even voor het slapen gaan – Lees verder
Gezelschap onderweg
Er wordt hier heel wat afgefietst. Tenminste, door mannen dan. Het schijnt dat je als vrouw je maagdelijkheid kan verliezen als je fietst – hoe dat precies zit heeft nog niemand me kunnen uitleggen, maar het is een feit dat je maar weinig vrouwen ziet fietsen. De mannen echter, trappen dapper door op hun fietsen zonder versnellingen. Aan hun stuur hangt een hakmes, aan de bagagedrager zes trossen bananen (geen trossen zoals je ze in de supermarkt koopt, maar echte grote trossen, zoals ze aan de boom groeien). Of ze vervoeren een baal stro en twee loodzware jerrycans met water, een mand met kippen, of gewoon met een medereiziger. Speciaal voor het passagiersvervoer is vrijwel elke fiets hier uitgerust met voetsteuntjes en een extra brede bagagedrager, soms met een kussentje erop. Lees verder
Geheime deportatie
De kunst van het theedrinken
Het ‘ideale’ vluchtelingenkamp wordt niet ontworpen op de tekentafel. “Veel vluchtelingenorganisaties doen maar wat”, zegt dr.ir. James Kennedy. “Bij het bouwen van een kamp ontbreekt het aan langetermijnperspectief.”
Lees verder