Risicovol gedrag wordt slecht begrepen en vaak scherp veroordeeld. Maar heeft het ook voordelen? In een serie van drie portretten van mensen die ongewone risico’s nemen. Deel 2: De liftster.
[Dit artikel verscheen in de VPROgids van zaterdag 15 augustus 2016]
Pas als de man zegt dat ze zich moet uitkleden, beseft Anna dat ze een inschattingsfout heeft gemaakt. Voordat hij haar op het bed duwde, had ze nog even gedacht dat er sprake was van een misverstand, maar nu is de man heel duidelijk. Hij wil seks en is niet van plan haar te laten gaan voordat hij zijn zin heeft gekregen.
Eerder die dag had Anna staan liften, ergens aan de kant van de weg in een Spaans dorp. Ze had het koud en begon zich af te vragen of het nog zou lukken om die dag naar de volgende stad te komen. Toen een voorbijganger van zijn fiets stapte en een praatje met haar aanknoopte, was ze blij met de afleiding. Ze schatte de man ergens in de dertig. Hij had donkere ogen, begon kaal te worden en had een Roemeens accent. Anna had vaak in Roemenië gereisd en sprak de taal bijna vloeiend. Toen ze hem in zijn moedertaal aansprak, lichtten de ogen van de man op. Een leuk gesprekje volgde en toen hij haar na een minuut of vijf uitnodigde om bij hem en zijn gezin thuis de nacht door te brengen, vond ze dat vriendelijk en gastvrij. Het liften kon wel wachten tot de volgende dag.
Het huisje van de Roemeen, die in de regio in de kassen bleek te werken, was armoedig. De muren van ruw beton waren ongeverfd, er lag geen vloerbedekking en de inrichting was simpel: een stoel, een tafel en een bed. Het gebrek aan luxe had Anna niet afgeschrokken. Als ze in de zomer op reis was, sliep ook wel eens in een park, of in het gras bij een tankstation. Ook dat er in het huis geen vrouw en kinderen te bekennen waren, verontrustte haar niet. Ze was al zo vaak bij mensen thuis uitgenodigd en zag geen reden om de man niet te vertrouwen. Ze ging er van uit dat zijn gezin gewoon even de deur uit was.
Anna liftte al sinds ze achttien was. Eerst meestal samen met een vriendin, maar later ook vaak alleen. Vanuit Groningen, waar ze studeerde, liftte ze naar Parijs, Kroatië, Oekraïne, Spanje, heel Europa door. Met een grote rugzak op haar rug, haar lange haren wat warrig en een verlegen glimlach op haar gezicht, sprak ze chauffeurs aan op tankstations en bij grensovergangen. En ze verwonderde zich om mensen – meestal Nederlanders – die haastig de deuren dichttrokken als ze aan kwam lopen en riepen: ‘Nee we nemen geen lifters mee! Liften is gevaarlijk.’
Zelf zag Anna de gevaren niet zo. Zij merkte juist hoe behulpzaam mensen waren. Sommige chauffeurs reden kilometers om, om haar op de goede weg te helpen, anderen hielpen haar met het vinden van een slaapplaats. Natuurlijk was er wel eens een man die voorstelde om samen een hotelletje op te zoeken, maar een duidelijk ‘Nee, dat wil ik niet’ maakte altijd een einde aan de avances. Anna kon wel overweg met dit soort situaties. Misverstanden waren er om opgehelderd te worden, vond ze, niet om te voorkomen. Alleen als de situatie echt niet prettig voelde, brak ze een lift af, maar anders liet ze zich gewoon op de afgesproken plek afzetten.
Ik ga je vermoorden
In het huisje van de Roemeense gastarbeider kan ze bijna niet geloven dat ze de man zo verkeerd heeft beoordeeld. Op straat had hij oprecht bezorgd geleken en eenmaal bij hem thuis had hij haar zelfs nog een maaltijd voorgeschoteld: aardappelen met kip. Anna is eigenlijk vegetariër, maar ze had het opgegeten om niet onbeleefd te zijn. Maar nu staat hij daar en zegt dat ze zich moet uitkleden. ‘Nee dat ga ik niet doen,’ antwoordt ze. ‘Als dit de bedoeling is ga ik maar liever weg. We hebben iets heel anders afgesproken.’ Ze zegt het stellig en zonder angst. Maar zo gemakkelijk geeft de man niet op. ‘Als je niet met me naar bed wilt, moet je me maar pijpen.’
Anna zegt weer dat ze weg wil, dat hij haar moet laten gaan. Ze probeert op te staan en haar rugzak te pakken, maar de man grijpt haar beet en duwt haar terug op het bed. Ze zit vast. In een flits maakt ze een beslissing. ‘Goed’, zegt ze, ‘ik zal je pijpen.’ Ze neemt zijn penis in haar mond. En bijt. De man schreeuwt het uit van de pijn. Het zal nu wel even duren voordat hij weer een erectie kan krijgen, schat ze in. Maar tegelijkertijd beseft ze dat ze misschien de verkeerde keuze heeft gemaakt. Hij is woest en ziet er vervaarlijk uit. ‘Ik ga je vermoorden!’ schreeuwt hij, terwijl hij haar blijft vasthouden op het bed. Maar hoe vaker hij het roept, hoe minder Anna hem gelooft. In zijn stem klinkt onmacht door. Misschien weet hij dat hij verloren heeft?
Ze begint op hem in te praten. Het is niet verstandig om haar te vermoorden, zegt ze, de politie zal er achter komen en dat zal heel vervelend uitpakken voor hem. Hij kan haar maar beter laten gaan. Ze zou om hulp kunnen schreeuwen, maar dat doet ze niet. Ze praat en wacht.
Overwinning
Het werkt. Een half uur later – of is het langer? Korter? – laat hij haar gaan. ‘Sorry’ zegt hij zelfs nog. ‘Het spijt me.’Anna pakt haar rugzak. ‘Dit moet je nooit meer doen,’ antwoordt ze, ‘dit was een hele slechte actie.’
Weinig mensen hebben zo veel vertrouwen in de mensheid als Anna. ‘Als je je overal zorgen om maakt, heb je geen leven,’ zegt ze jaren later, terugkijkend op haar liftavonturen. Ze gaat er liever van uit dat dingen wel op hun pootjes terechtkomen en dat mensen het goed met haar voor hebben. De ontmoeting met de Roemeense gastarbeider heeft daar niets aan veranderd. ‘Als hij me verkracht had, was ik waarschijnlijk wel echt kapot geweest,’ zegt ze. ‘Dat moet echt een verschrikkelijke ervaring zijn. Maar ik ervoer eerder een gevoel van overwinning, ik ben weggekomen en hij heeft niet gekregen wat hij wilde.’
Ze realiseert zich dat sommige mensen haar naïef vinden, maar Anna kiest bewust voor haar open houding. Hoeveel bijzondere ontmoetingen, spannende reizen en interessante ervaringen zou ze hebben gemist als ze de mensen om haar heen niet vertrouwd had? Als ze was thuisgebleven of gewoon met een groepsreis was meegegaan? ‘Die angst voor het onbekende snap ik niet’, zegt Anna nu. ‘Als ik hier in Nederland een vluchteling tegenkom, vraag ik me af wat zijn verhaal is. Hoe hij hier is gekomen. Ik voel interesse, geen angst.’
Self-efficacy
Cognitief psycholoog Lies Notebaert doet aan de University of Western Australia onderzoek naar angst en risicoperceptie. Wat haar opvalt aan het verhaal van Anna is dat ze steeds het gevoel heeft dat ze de situatie aankan, zowel wanneer ze te maken krijgt met lastige chauffeurs als wanneer het echt bijna mis gaat. ‘In de psychologie noemen we dat self-efficacy, het vertrouwen dat je invloed kan uitoefenen op je situatie (zelfeffectiviteit), dat het je gaat lukken. Dat gevoel van controle ontstaat onder andere door eerdere positieve ervaringen. Een negatieve ervaring, daarentegen, kan je self-efficacy verminderen. Dat zegt Anna zelf ook: als ze echt verkracht was geweest, was het misschien moeilijker geweest om verder te gaan. Maar omdat ze zich goed door de moeilijke situatie heeft heengeslagen, heeft ze juist haar self-efficacy behouden.’
Volgens Notebaert is hoge self-efficacy doorgaans een positieve eigenschap. ‘Deze mensen zijn minder angstig en nemen meer risico’s. Daardoor functioneren ze beter op het werk, hebben ze meer hobby’s en zijn ze over het algemeen gelukkiger dan mensen met een lage self-efficacy. Mensen hebben het nodig om nieuwe dingen te doen. Het leven wordt er interessanter door.’
Dat betekent niet dat iedereen nu meteen alleen moet gaan liften. Ook het nemen van meer bescheiden risico’s kunnen een positief effect hebben: ‘Zoals een promotie vragen op het werk, of gaan zwemmen terwijl je net pas gegeten hebt.’
Dat Anna het niet eng vindt om te gaan liften, snapt Notebaert, ook al kent ze niet veel mensen die het haar na zouden doen. ‘Mensen die liften gevaarlijk vinden, hebben veel meer oog voor risico’s en negatieve verhalen. Maar deze vrouw heeft zelf vaak gelift en heeft heel veel positieve ervaringen opgedaan. Daardoor wordt ze telkens bevestigd in het beeld dat liften vooral leuk is om te doen. Dat zou ze trouwens niet vol kunnen houden als ze vaak negatieve ervaringen had. Kennelijk is de frequentie van een negatieve ervaring zodanig laag, dat ze met plezier door kan gaan.’
Nu, tien jaar later, woont Anna in Georgië, waar ze is getrouwd met een Georgische boer die ze ontmoette tijdens een van de reizen die ze maakte als medewerker van een ngo. Ze lift nog steeds: geen lange reizen meer, maar af en toe kortere afstanden, samen met haar dochtertje, dat nu twee jaar oud is. Ze weigert wel eens een lift: als een chauffeur dronken lijkt, bijvoorbeeld. Maar meestal stapt ze gewoon in. Terugkijkend denkt ze dat ze simpelweg de pech heeft gehad om één in de duizend mensen tegen te komen met slechte bedoelingen. Dat is toch geen reden om de rest meteen ook niet meer te vertrouwen? ‘Natuurlijk loop je een risico als je alleen gaat reizen en liften. Maar iedereen loopt een risico, dat heet leven.’
Om privacyredenen is alleen Anna’s voornaam gebruikt. Anna is niet één van de vrouwen op de afbeeldingen.
RadioDoc
Saar Slegers en Marieke Drost maken voor RadioDoc een serie radiodocumentaires over het nemen van risico’s in een risicomijdende samenleving, en de vraag of het mijden van risico’s misschien ook zo zijn risico’s heeft. Via dekennisvannu.nl/risicos zijn de radiodocumentaires te beluisteren.