Een koe in het slachthuis raakt makkelijk in paniek. Maar niet omdat ze haar dood voelt aankomen, denkt gedragsbioloog Temple Grandin. Zij strijdt voor dierenwelzijn in het slachthuis.
SAAR SLEGERS
Bekijk ook de Labyrint-aflevering: Temple Grandin: Autist tussen de dieren
Professor Temple Grandin houdt van alle soorten vee, maar de koe staat toch wel op nummer één. Dat valt meteen op als je haar huis binnenstapt. Op de deurmat: de afbeelding van twee koeien in de wei. Op de koffietafel: koetjes van hout, glas, metaal en porselein. Aan de muur: weer koeien, zowel abstract als realistisch. En de bank: bekleed met koeienhuid. Want dat een koe op een gegeven moment naar de slacht gaat… ach, dat hoort er gewoon bij.
Grandins voorkeur voor deze dieren komt niet uit de lucht vallen. Want als er één dier is waar de gedragsbioloog zich mee identificeert, is het wel de koe. ‘Ik beleef de wereld als een prooidier,’ zegt ze in Labyrint. ‘De belangrijkste emotie van een prooidier is angst. In elke hoek schuilt mogelijk gevaar. Net zoals een koe ben ik wel nieuwsgierig, maar als ik niet oppas, raak ik bij elk onverwacht geluid en iedere plotselinge beweging in paniek.’
Autist
Dat Temple Grandin als volwassene naam zou maken in de wetenschap, had niemand kunnen voorspellen. De gedragsbioloog is namelijk zwaar autistisch. Als kind was ze bijzonder moeilijk in de omgang en ze begon pas in de loop van haar vierde jaar te praten. Haar behandelaars dachten dat ze een hersenbeschadiging had en dat ze achterlijk was. Grandin was wel degelijk anders dan andere kinderen, maar achterlijk was ze allerminst. Ze had grote moeite met sociale relaties en werd geplaagd door paniekaanvallen. Toch haalde ze haar eindexamen, ging psychologie studeren en promoveerde uiteindelijk in de dierwetenschappen.
Grandin ontdekte haar verwantschap met koeien toen ze als tiener voor het eerst op de boerderij van haar tante kwam. Ze observeerde de dieren en kwam tot de conclusie dat ze door haar autisme heel wat met de koeien gemeen had. Ook zag ze hoe veehouders het gedrag van de dieren vaak verkeerd interpreteerden. Grandin: ‘De meeste onderzoekers en veehouders kunnen zich niet voorstellen hoe het is om een leven te leiden waarin elke nieuwe situatie, bedreigend of niet, gepaard gaat met een stoot adrenaline.’ Daardoor maken de veehouders fouten die vaak ten koste gaan van het dierenwelzijn.
Tegenwoordig slikt Grandin antidepressiva om haar eigen paniek te onderdrukken. Ze is nog altijd autistisch, maar wat in haar jeugd het grootste obstakel was voor het leiden van een normaal leven, is nu haar grootste troef. Als gedragsbioloog gaat ze op zoek naar de oorzaken van probleemgedrag van dieren en daarbij heeft ze oog voor wat de doorsnee veehouder niet ziet: een klapperende vlag vlakbij een staldeur, het geluid van een nabij gelegen weg, het gedrag van stalpersoneel. Haar bevindingen zorgden voor een revolutie in de nogal conservatieve sector van de veehouderij.
Slachthuizen
Grandin werd het meest bekend met haar ontwerpen voor slachthuizen. Een groot probleem in slachthuizen is dat koeien vaak paniekerig zijn. Het lijkt alsof de dieren aanvoelen wat hun te wachten staat. Ze bevriezen van angst en blokkeren de doorstroom, of rennen van stress de verkeerde kant op. Alleen met veel getrek en geduw, geroep en geschop krijgt het slachthuispersoneel het vee in de goede richting.
Het idee dat koeien in een slachthuis op de een of andere manier weten dat ze de dood in worden gejaagd, verwijst Grandin naar het rijk van fabeltjes. Het probleem zit hem veel meer in kleine ongeregeldheden die de koeien van hun à propos brengen, vertelt ze in een lege, aangeveegde koeienstal in haar woonplaats Fort Collins, Colorado. ‘Kijk! Hiervan raakt een koe dus in paniek.’ ze wijst naar een kleine snipper plastic die op de stalvloer ligt. ‘Als je er zo naartoe loopt, zie je het nauwelijks liggen. Maar als je hier staat, kijk, dan reflecteert dat plastic plotseling het zonlicht. Een koe schrikt daar van. Die zet geen stap meer voor- of achteruit.’ Maar de veehouder die de koe van a naar b probeert te krijgen, gaat er dan al snel vanuit dat het dier koppig is, of gewoon lui.
Voor de slachthuizen ontwierp Grandin de zogenaamde cattle chutes: meanderende gangen waar koeien doorheen worden geleid richting de slacht. Door de bochten in de gangen denken de koeien dat ze in een cirkel lopen en zijn ze niet bang voor wat het onbekende dat hen te wachten staat. En door de afscheidingswandjes worden ze bovendien niet afgeleid door stalpersoneel en rondslingerende stukjes plastic.
Cowboypak
Het duurde wel even voordat Grandin geaccepteerd werd in de wereld van de veehouders en slachters. Ze is ook een aparte verschijning met haar luide stem, haar cowboypak en haar schichtige, wantrouwende blik. Wie was deze vreemde onderzoekster met haar precieze, handgetekende ontwerpen die de heren even kwam vertellen dat het allemaal anders moest? Maar toen bleek dat Grandins ontwerpen niet alleen beter zijn voor het welzijn van de koeien, maar ook voor de veehouders en slachters, werd Grandin door de industrie omarmd. Bijna de helft van alle slachthuizen in Noord-Amerika is inmiddels ingericht naar Grandins ontwerp.
En het blijft niet bij koeien. Inmiddels is de gedragsbioloog uit Colorado in alle uithoeken van de wereld een graag geziene gast om lezingen te geven over zowel diergedrag als autisme. Ze verspreidt haar boodschap met verve en geniet volop van haar succes. Maar waar ze zich uiteindelijk het meest thuis voelt? Dat is toch nog altijd op de boerderij, tussen de koeien.