Bruinkool staat bekent als een zeer vervuilende brandstof. Toch is de bruinkoolwinning in Duitsland weer in opkomst. Waarom? Duitsland wil haar afhankelijkheid van buitenlandse energieleveranciers verminderen en wil op termijn haar kerncentrales sluiten, stelt Sander van Walsum op 28 maart in de Volkskrant. Enkele Delftse deskundigen leveren commentaar.
SAAR SLEGERS EN JOS WASSINK
Dit artikel verscheen in TU Delta, jaargang 40, nummer 11
“Als je van Heerlen naar Aken rijdt, zie je enorme kolencentrales staan. Een eindje verder richting Julich zie je een 100 meter diep gat van vier bij vijf kilometer waar de bruinkool gewonnen wordt. Hele dorpen worden ervoor verplaatst.” Voor prof.dr.ir. Ad Verkooijen, hoogleraar energietechnologie bij Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek & Technische Materiaalwetenschappen, is de grote bruinkoolwinning in Duitsland geen nieuws. “De helft van de Duitse kolencentrales loopt op bruinkool”, vertelt hij. Volgens Verkooijen is bruinkool niet veel slechter dan steenkool: “Het is natter en heeft daardoor een iets kleiner rendement. Het heeft dus een paar procent meer CO2-uitstoot, maar veel verschil is er niet.” Verkooijen heeft drie criteria waarop hij brandstoffen beoordeelt en daarbij scoort bruinkool niet slecht. Het is goedkoop, want het wordt lokaal gewonnen en kent dus nauwelijks transportkosten. De emissies zijn niet veel slechter dan steenkool en kunnen volgens de hoogleraar met geavanceerde technologie onder controle worden gebracht. Qua voorzieningszekerheid scoort bruinkool zelfs hoog omdat de aanvoer in eigen hand ligt. Al met al vindt Verkooijen de keuze voor bruinkool heel gerechtvaardigd. “Samen met kernenergie,” voegt hij eraan toe.
Terwijl Verkooijen benadrukt dat Duitsland er verstandig aan doet om energie te winnen uit bruinkool, valt het dr.ir. Michiel Makkee, hoofddocent bij Delft ChemTech, vooral op dat regeringen zich niet realiseren dat ze met een gigantisch groot probleem zitten als het gaat om CO2-emissie. “Men realiseert zich niet hoe moeilijk het is om de milieudoelstellingen voor de toekomst te halen. Als we tegen 2050 terug willen zijn op de CO2-emissie van 1990, moeten er, rekening houdend met de verwachte groei aan energiebehoefte, wereldwijd 3,5 duizend kernenergiecentrales worden gebouwd of moeten er 14 miljoen windmolens worden neergezet.” De Duitse praktijk, waarin kerncentrales worden gesloten en kolencentrales harder gaan stoken, strookt niet met deze toekomstvisie.
Dr.ir. Karl-Heinz Wolf van Civiele Techniek en Geowetenschappen maakt zich niet druk over de herwaardering van bruinkool in Duitsland. Hij stelt voorop dat het heel verstandig is als een land waar mogelijk zijn eigen energievoorziening probeert te handhaven. Als hij desgevraagd zijn reactie geeft op het artikel in de Volkskrant, trekt hij direct de vergelijking met Nederland: “In Nederland zijn ze zo stom geweest om in de jaren zestig de mijnen in Limburg te sluiten. Mijnen waren niet rendabel en bovendien vond men mijnwerkers zielig. Door deze beslissing hebben we een optie om energie te winnen verloren en zijn we veel afhankelijker geworden van het buitenland. Van Rusland. Van Saoedi-Arabië. Van Algerije.” Wolf kan zich er behoorlijk over opwinden. Voor hem is het acceptabel dat bruinkool gebruikt wordt: “De techniek die nodig is om bruinkoolcentrales schoner te laten draaien, bestaat al. Die techniek kost alleen veel geld en energie. Dat moet je er dan wel voor over hebben.”