Irene heeft het gehad met mannen. Ze was zo´n twintig jaar getrouwd met een vent die haar sloeg. Toen had ze het gehad en ging ze bij hem weg. Of hij bij haar – dat is me niet helemaal duidelijk. In ieder geval: ze woont nu alleen met haar kinderen en is gelukkig. Een man komt er niet meer in. Nooit meer.
Irene, verpleegster in de plattelandskliniek waar ik eerder een dutje heb gedaan, heeft me uitgenodigd om bij haar thuis langs te komen. Ze ontvangt graag vrienden en al nadat we elkaar een paar minuten kenden, heeft ze besloten dat wij vrienden zijn. Vrienden voor het leven.
Irene is een dikke, vrolijke dame die met veel armgebaren en kreten haar verhaal doet. In het dorp staat ze bekend als pastor Irene, want ze is een paar jaar geleden – kort nadat ze van haar man af was – haar eigen kerk begonnen. Vroeger was ze protestant, maar nu is ze ‘born again’. Ze een kerkgebouw heeft ze niet, maar elke zondag ontvangt ze zo´n vijfenzeventig mensen in haar voortuin voor een dienst. Dan wordt er gezongen, gedanst en gegeten. Alles ter eer en glorie van de heer.
Als ik bij haar huis aankom, ontvangt Irene ook mij in haar voortuin. Zoon Martin haalt stoelen en tafel en zet ons allebei een bord met cassave en bruine bonen voor de neus. Daarna leiden moeder en zoon me rond over het erf: langs de bananenplantage, de avocadobomen en het cassaveveld. Achter het huis ligt de pindaoogst te drogen in de zon. Ze hebben een goed jaar dit jaar. ‘Praise the Lord!’
Binnen in de woonkamer staan zo’n vijfenzeventig plastic stoelen opgestapeld naast een houten spreekgestoelte en een synthesizer. Ik hoef nauwelijks aan te dringen, of Martin is al bezig om te generator buiten te zetten en de versterker aan te sluiten. Hij zet de synthesizer op de koffietafel en gaat erachter zitten. Irene pakt een microfoon en binnen een mum van tijd waan ik me in een gospelkerk. Irene zingt uit volle borst, gooit haar handen in de lucht en swingt erop los. Martin zingt de tweede stem.
Ze zetten nog een tweede nummer in. ‘Zelfs bij brand, tijdens oorlog en in geval van overstroming… God is altijd bij je’. Bij Irene parelt het zweet op het voorhoofd. Als ze even pauze neemt, legt ze uit: ‘God is er altijd, wat er ook gebeurt. Vandaag heeft hij jou naar ons gebracht. Zo heeft het moeten zijn.’
Ze is zo opgelucht dat ze van haar man af is en dat ze dichter bij god is gekomen, herhaalt ze nog eens. Nu kan ze van het leven genieten. ‘Het gaat goed, ik ben dik en ik ben gelukkig. Wat wil een mens nog meer?’
Nou, ze heeft nog wel een wens en dat is dat ik haar nog eens op kom zoeken. Als ik weer eens in Oeganda ben. En dat ik dan mijn familie en vrienden meeneem. We moeten er dan wel voor zorgen dat we op zaterdag aankomen, zodat we zondagochtend mee kunnen zingen, dansen en eten.
Het is maar dat jullie het weten. De uitnodiging staat.
Ik wil een volgende keer best mee!
Leuk om je verhalen weer te lezen.
Tabitha
Ik ook! Mooie miniatuurtjes Saar!
Heerlijke quote, Saar: ‘Het gaat goed, ik ben dik en ik ben gelukkig.’
Je mag mij gerust ‘spammen’ met je nieuwsbrief. Gezegende tocht verder — Jos
Helemaal geweldig!!! ‘Het gaat goed, ik ben dik en ik ben gelukkig.’ Liefs, Jo-Ann
Haha, dank Tabitha, Jos, Jo-Ann en Elianne! 🙂